Michael de Winter, datascientist bij de Provincie Zuid-Holland : ‘Satellietbeelden tonen objectief aan of stikstofmaatregelen werken’

‘Bij de duinen denken mensen vooral aan zand. Waar ze niet bij stilstaan, is dat de duinen zich soms net zo gedragen als je achtertuin: doe je niets, dan krijg je onkruid. Ik onderzoek als datascientist de conditie van de duinen. Hoe is de verhouding tussen zand en gewassen? En welke gewassen vind je er? Bessen dragen bijvoorbeeld bij aan de biodiversiteit, daar komen vogels op af die willen eten. Onkruid kan bessen verdrukken. Logischerwijs heeft dat gevolgen voor het hele ecosysteem. Een sleutelrol in dit proces is weggelegd voor stikstof. Hoe meer stikstof in de grond, hoe sneller onkruid groeit.’

Weergave biodiversiteit Coepelduinen
'We kunnen nu snel zien hoe de duinen erbij liggen.'

‘Vroeger stuurden we eens in de acht jaar een ecoloog op pad om de samenstelling van de duinen te onderzoeken. Dat is een tijdrovende klus. Daar komt bij dat een ecoloog niet álles kan zien en dat verschillende ecologen verschillende onderzoeksmethodes gebruiken. Als provincie zochten we een manier om onze modellen meer te automatiseren en objectiever te maken. Zo kwamen we 2,5 jaar geleden uit bij het Satellietdataportaal.’

Beleidsvraag was begin

‘Het begon voor ons dus met een redelijk open beleidsvraag: hoe kunnen we onze Natura 2000 gebieden frequenter onderzoeken? Op zoek naar het antwoord, ging ik aan de slag met gegevens uit het Satellietdataportaal. Dat het gratis is, is tof. Zo hoeven we geen beelden in te kopen bij een commerciële partij. Maar ik moest nog wel behoorlijk wat werk verzetten om de beelden te kunnen gebruiken voor onze modellen.’

‘Ik schreef een programma waardoor ik alléén de satellietbeelden uit het portaal krijg van het gebied dat ik nodig heb. Dat scheelt veel handmatige verwerking en bijsnijden. Daarna maakte ik een programma dat automatisch en per pixel herkent of iets water, zand, bebouwing of vegetatie is. Vergelijken we nu satellietbeelden uit verschillende jaren, dan zien we volautomatisch hoe het oppervlak van de duinen verandert.’

Gebruikers betrekken

‘Met het model van de Coepelduynen dat we nu hebben, kunnen we snel zien hoe de duinen erbij staan. En of de maatregelen die de overheid neemt tegen de stikstofcrisis het gewenste resultaat hebben. Dat laatste zie ik als mijn belangrijkste bijdrage. In een discussie die heel veel emoties oproept, kan ik op basis van objectieve satellietdata laten zien welke maatregelen werken en welke niet.’

‘De komende maanden werken we aan meer annotaties, waardoor onze modellen nog verder verbeteren. Ondertussen heb ik de programma’s die ik eerder schreef om de satellietbeelden automatisch te verwerken op Github gezet. Dat is een platform voor programmeurs. De provincies Noord-Holland en Zeeland hebben er al gebruik van gemaakt. Zij hadden heel andere beleidsvragen, maar het automatisch bijsnijden van beelden en de interpretatie van pixels hadden zij ook nodig. Misschien kan het Satellietdataportaal mijn ‘extractor’ op termijn integreren, zodat ook anderen er iets aan hebben. Ik geloof dat gebruikers op deze manier kunnen helpen om het Satellietdataportaal verder te verbeteren en uit te breiden.’

De vegetatiemonitor