De nabij-infrarode (NIR) band bevat ook nuttige informatie, o.a. over de toestand (groenheid) van de vegetatie. We kunnen deze kleurenband zelf niet met het blote oog zien, maar kunnen deze wel zichtbaar maken in een satellietbeeld, door deze te tonen in een andere voor ons zichtbare kleur via de zogenaamde false colour kleurweergavemethode. Een false colour afbeelding geeft dus bepaalde kleurenbanden van de satellietsensor weer in een andere kleurencombinatie met als doel om de detectie van bepaalde kenmerken of objecten waarin men geïnteresseerd is te vergemakkelijken, die in de natuurlijke kleuren RGB minder gemakkelijk waarneembaar zijn. De keuze van de spectrale banden wordt bepaald door de fysieke eigenschappen van het onderzochte object. Een voorbeeld daarvan is het gebruik van nabij-infrarood voor de detectie van vegetatie in satellietbeelden.
De meest voorkomende false colour afbeeldingen tonen het nabij-infrarood als rood, rood als groen en groen als blauw. In een dergelijk beeld verschijnt vegetatie in verschillende tinten rood, afhankelijk van de soorten en omstandigheden (gezondheid, bladstructuur en vochtgehalte) van de vegetatie. Gezonde vegetatie heeft een hoge reflectie in de NIR-band. Ook kan men gemakkelijk kunstgras van grasvelden onderscheiden in false colour beelden, zoals te zien is bij de sportvelden de Koog bij Uitgeest helemaal rechts in beeld.
In het algemeen tonen diepe rode tinten breedbladige en/of gezondere vegetatie, terwijl de lichtere rode tinten schaars begroeide of graslandgebieden aanduiden. Verschillende stadia van gewasgroei zijn daardoor beter te monitoren dan met een afbeelding in natuurlijke kleuren. Ook is het gemakkelijker om verschillende soorten vegetatie te onderscheiden. Loofbomen zien er lichterrood uit dan naaldbomen. Dit is goed te zien in het bosgebied in het Noordhollands duinreservaat ten westen van Castricum; de donkerrode plekken zijn naaldbossen en de lichtere plekken gemengd loofbos.
Daarnaast verschijnen dichtbevolkte stedelijke gebieden in lichtblauw/cyaanblauw of kunnen soms geel of grijs lijken, afhankelijk van hun samenstelling, en variëren bodems van donker tot lichtbruin. Wolken, sneeuw en ijs zijn licht cyaan of wit. Helder water lijkt donkerblauwachtig, terwijl troebel water cyaan lijkt, zoals enigszins zichtbaar is langs de kust. Tot slot zijn de zandverstuivingen (kale grond) in de duinen goed te zien en onderscheiden van de omliggende duinvegetatie (begroeiing).